Sluiten
Logo Veiligheidsregio Kennemerland

Wat te doen bij... natuurbranden

Het wordt steeds warmer en droger in Nederland. Grassen, planten en struiken vatten daardoor sneller vlam met een grotere kans op natuurbranden. Op deze pagina lees je wat je moet doen tijdens een natuurbrand en wat je er zelf aan kan doen om een brand in de natuur of waar je ook bent te voorkomen.
 

1. Wat te doen bij een natuurbrand

Ben je in de duinen, het bos of een ander natuurgebied en je ziet een brand. Doe dan het volgende:

  • Verlaat het Gebied: Verlaat het gebied zo snel mogelijk. Breng jezelf in veiligheid. Wacht hulp niet af. Vlucht zo snel en ver mogelijk weg van de brand. Ga, als dat kan, zo snel mogelijk naar de openbare weg. Loop niet voor de brand uit of in de richting waarin de brand zich verspreidt, maar haaks op de brand. Daarmee is de kans kleiner dat de brand u inhaalt.
     
  • Bel direct Noodnummer 112: Geef de locatie van de brand zo precies mogelijk door. Kijk in je omgeving of er herkenningspunten zijn zoals straatnaamborden, nummers op bankjes of gebruik de 112NL App om de coördinaten van je locatie door te geven.
     
  • Help andere mensen: Waarschuw anderen in uw omgeving over de brand. En help elkaar om naar een veilige plek, zoals een openbare weg of groot verhard terrein, te komen.
     
  • Blijf uit de rook: Rook is namelijk altijd ongezond. Moet u toch door de rook om te vluchten? Bedek dan uw neus en mond met een (vochtige) doek om inademing van rook te verminderen.
     
  • Blijf rustig: Volg de instructies van hulpdiensten op.

2. Voorkom brand in de natuur

Hoe droger een periode, hoe groter het risico op brand. Een onoplettendheid, zeker in een droge periode, kan al gauw zorgen voor een natuurbrand; een brand die zich snel en onvoorspelbaar kan ontwikkelen, zeker bij harde wind. En dat kan gevaarlijk zijn voor mens en dier.

Op de website www.natuurbrandrisico.nl zie je hoe groot het actuele risico op een natuurbrand in de regio Kennemerland is.
Hierbij worden twee fases gehanteerd:

Fase 1: In deze fase zijn natuurbeheerders en de brandweer zoals altijd voorbereid op een natuurbrand. Zij hebben in deze fase (nog) geen extra maatregelen getroffen. Wel geldt altijd dat voorzichtigheid met vuur in de natuur geboden is.
 

Fase 2: Dit is de fase waarin het al langere tijd droog is in de natuur. Het risico dat een natuurbrand ontstaat is groter. Terreineigenaren, natuurbeheerders en hulpdiensten zijn in deze periode extra alert, maar vragen ook uw medewerking om een natuurbrand te voorkomen of de gevolgen ervan te beperken. Tijdens deze fase kunt u natuurlijk nog steeds gerust de natuur intrekken. Maar wees extra alert, gebruik het gezonde verstand en meld vooral in deze fase verdachte zaken meteen via 112.

Wat je zelf kan doen om brand in de natuur te voorkomen

  • Geen open vuur: Maak geen open vuur (barbecue, kampvuur of vuurkorf) in een natuurgebied.

  • Hou het gebied schoon: Gooi afval, zoals sigarettenpeuken of glas in afvalcontainers of neem het mee naar huis.

  • Parkeer je auto niet op hoog, droog gras: De onderkant van je auto kan snel heet worden. Aanraking met het droge gras kan een brand veroorzaken.

  • Hou toegangswegen vrij: Zet geen auto’s, (bak)fietsen en scooters op bospaden of voor hekken en slagbomen. De brandweer en andere hulpdiensten moeten er altijd door kunnen.

  • Let op je omgeving en meld verdachte situaties: Zie je rook of  dingen die ‘niet kloppen’? Bel dan meteen 112 of gebruik de 112NL-app. ijk in je omgeving of je herkenningspunten hebt, zoals informatieborden, straatnamen of nummers op paaltjes en bankjes. Zo help je ons om sneller om de brand te lokaliseren. 

3. Voorkom een natuurbrand in je eigen leefomgeving

Woon je in een bosrijke omgeving of ben je eigenaar/beheerder van een gebouw in een bosrijke omgeving, bedenk dan wat je zou doen als er brand uitbreekt. Zeker in de droge periodes van het jaar. Op deze pagina geven we enkele algemene tips hoe je je eigen leefomgeving natuurbrand-veiliger kunt inrichten:

  • Bereikbaarheid: Zorg dat je huis, gebouwen en/of terrein goed bereikbaar is voor de hulpdiensten (De toegang moet minimaal 3,5 meter breed en 4,2 meter hoog zijn).

  • Herkenbaarheid: Plaats een zichtbaar huisnummer aan de openbare weg en houd deze vrij van begroeiing. Zo weten de hulpdiensten precies waar ze moeten zijn bij een calamiteit.

  • Blusmiddelen: Zorg voor voldoende toegang tot water rondom je huis. Overweeg de aanleg van een vijver voor opvang van (regen)water en om te gebruiken als blus- of sproeiwater.

  • Brandbestendige materialen: Gebruik bij de bouw of renovatie van uw huis materialen die niet of moeilijk vlam vatten.

  • Regelmatig onderhoud: Zorg voor regelmatig onderhoud van je tuin en perceel. Houd gras kort, snoei overhangende takken en verwijder dode planten.

  • Creëer een Brandveilige Zone: Houd een veilige afstand tussen je woning en brandbare vegetatie. Verwijder droge planten, takken en ander brandbaar materiaal in de directe omgeving van uw huis, bijvoorbeeld uit de dakgoten.

Woont u in een buitengebied - voorkom natuurbrand