Sluiten

Wat te doen bij extreem weer

1. Informatie en communicatie over verwacht extreem weer

Het KNMI of andere weerstations kondigen extreem weer meestal tijdig aan en gebruiken kleurcodes (geel, oranje, rood) om waarschuwingen af te geven. Houd de weersvoorspellingen in de gaten en volg de aanwijzingen op. De waarschuwingen vind je ook op NOS teletekstpagina’s 710 en 713. Houd verder calamiteitenzender NH Nieuws en andere media in de gaten.

2. Extreem warm weer

Ouderen, kinderen, chronisch zieken en mensen met overgewicht kunnen zich bij extreem warm weer minder goed voelen. Ze kunnen huidaandoeningen krijgen, uitdrogen of problemen krijgen met hun ademhaling of bloedcirculatie. Ook een hitteberoerte of zelfs overlijden kan het gevolg zijn van extreme hitte.

Wat kan ik doen tijdens extreem warm weer?

  • Blijf zoveel mogelijk binnen en houd de hitte buiten door ramen, zonwering of gordijnen te sluiten.

  • Drink voldoende water: 2 liter, verspreid over de dag.

  • Vul niet alleen vocht, maar ook zouten aan, bijvoorbeeld door eten of sportĀ­drank of bouillon te drinken.

  • Beperk het gebruik van alcoholische dranken.

  • Span je niet teveel in, vooral niet tussen 12.00 en 16.00 uur.

  • Let extra op hygiëne bijvoorbeeld bij het maken van eten, want bacteriën vermeerderen zich bij warm weer snel.

En als ik toch naar buiten moet?

  • Mijd de zon en draag bedekkende (lichte) kleding, een hoofddeksel, een zonnebril en gebruik zonnebrandcrème.

  • Verblijf zoveel mogelijk in de schaduw.

  • Denk aan kleine kinderen. Trek ze bedekkende (lichte) kleding aan en een petje. Smeer ze altijd goed in met zonnebrandcrème (SPF 50+) en herhaal dit elke 2 uur.

  • Let op oververhitting bij baby’s en kleine kinderen in kinderwagens.

  • Vermijd mensenmassa’s.

3. Extreme regenval

Door extreme regenval kunnen bepaalde gebieden korte of langere tijd onder water staan. Ongemakkelijk, maar soms ook gevaarlijk als straten blank staan en putdeksels losraken. De stroom kan uitvallen en het water kan huizen, winkelcentra, bedrijventerreinen of landbouwgronden bedreigen. Het kan ook hulpdiensten hinderen en voorzieningen, zoals ziekenhuizen, slecht bereikbaar maken.

Hoe kan ik mij voorbereiden?

  • Ga na wat je zelf kunt doen om de gevolgen te beperken. Zorg dat water de grond in kan, verwijder eventueel verharding in de tuin of repareer een slecht functionerende waterafvoer.

  • Ben je langer weg? Zorg dan dat er iemand in je huis kan of je waarschuwt bij wateroverlast.

Wat kan ik doen tijdens extreme regenval?

  • Ga geen ondergelopen straten op, tenzij het noodzakelijk is om iemand te helpen. Losliggende putdeksels zijn een gevaar. Houd kinderen binnen.

  • Rijd niet met je auto door straten of buurten die zijn getroffen. Dat hindert de hulpdiensten.

  • Volg de instructies van je gemeente en hulpdiensten op.

  • Blijf zoveel mogelijk binnen of probeer te schuilen.

4. Mist

Mist is gevaarlijk voor weggebruikers. Vooral dichte mist (minder dan 200 meter zicht) en plotseling opduikende mistbanken zijn verraderlijk. In lager gelegen gebieden, zoals polders, en bij open water kan mist vaak dichter en hardnekkiger zijn. Mist kan ook worden veroorzaakt door vuurwerk en vuur.

Wat kan ik doen om mij voor te bereiden op mist?

  • Controleer regelmatig de (mist)verlichting van je auto.

In de mist

  • Ga alleen de weg op als het echt nodig is.

  • Houd op de weg rekening met de omstandigheden:

    • gebruik de juiste verlichting;

    • matig je snelheid;

    • houd voldoende afstand.

  • Luister goed naar de verkeersinformatie.

5. Onweer

Onweer is gevaarlijk vanwege bliksem die kan inslaan. Het risico op een blikseminslag is het grootst in het open veld, op het water, in de buurt van hoge bomen en bij (hoge) metalen voorwerpen. Bij zeer hevige onweersbuien kan het in vijf minuten soms meer dan 500 keer bliksemen. Onweer gaat vaak gepaard met veel wind of zware windstoten en soms hagel.

Let op je tellen

  • Tel het aantal seconden tussen bliksemflits en donder. Zo weet je ongeveer hoe ver het onweer bij je vandaan is: 1 seconde komt overeen met een afstand van ongeveer 300 meter. Tel je minder dan 10 seconden, dan is het onweer gevaarlijk dichtbij.

Wat kan ik doen bij onweer?

  • Blijf binnen en sluit ramen vanwege de kans op windstoten en slagregens.

  • Voorkom schade aan elektrische apparatuur door aansluitingen los te koppelen.

  • Neem geen bad of douche.

En als ik buiten ben?

  • Zoek als het mogelijk is bescherming in een gebouw.

  • Blijf uit de buurt van open water.

  • Ben je in een open veld, maak je dan zo klein mogelijk. Ga op je hurken zitten, maar nooit op de grond liggen.

  • Schuil nooit onder een alleenstaande boom, langs een bosrand of bij een metalen afrastering.

  • Gebruik geen paraplu of andere metalen voorwerpen.

  • Ben je met meer mensen, verspreid je dan.

6. Sneeuw, ijzel of extreme kou

Hagel, vorst en sneeuw kunnen gladheid veroorzaken, die gevaarlijk is voor het wegverkeer. Vooral voor fietsers en voetgangers. Bij sneeuwval kan bovendien het zicht slecht zijn. Ook het openbaar vervoer kan ontwricht raken, boomtakken kunnen afbreken en soms bezwijken zelfs bomen en hoogspanningskabels.

Wat kan ik doen om mij voor te bereiden op sneeuw, ijzel of extreme kou?

  • Neem vóór de winter al voorzorgsmaatregelen. Zorg dat er in je auto een deken, zaklamp en wat eten en drinken liggen. Denk ook aan winterbanden.

  • Haal een sneeuwschep en strooizout in huis.

  • Zorg voor voldoende eten en drinken in huis.

Wat kan ik doen bij sneeuw, ijzel of extreme kou?

  • Blijf zoveel mogelijk binnen en ga alleen op weg als het echt noodzakelijk is.

  • Houd kleine kinderen zoveel mogelijk binnen. Ze krijgen het snel koud.

  • Houd de stoep voor je voordeur/huis schoon (sneeuwschep of zout strooien). Denk ook aan de stoep van buren wanneer zij hier niet toe in staat zijn of niet thuis zijn.

En als ik buiten ben?

  • Check of en waar de gemeente heeft gestrooid.

  • Kleed je, vooral bij extreme kou, warm aan; draag een muts of pet en handschoenen. Blijf in beweging.

  • Pas op met sieraden. Piercings en oorbellen kunnen vastvriezen aan je huid.

  • Ga je met de auto weg, luister dan goed naar de verkeersinformatie.

7. Storm en windstoten

Storm en windstoten van 75-100 km per uur zijn niet uitzonderlijk, maar kunnen dakpannen van daken afblazen en takken doen afbreken. Boven 100 km per uur is het echt gevaarlijk. Dakbedekking en gevelplaten van gebouwen kunnen loskomen. Bouwsteigers en hijskranen kunnen omvallen en bomen kunnen ontworteld raken. Losvliegende voorwerpen kunnen je raken en verkeer en openbaar vervoer ondervinden vaak hinder.

Hoe kan ik de risico’s bij storm en windstoten verkleinen?

  • Blijf zoveel mogelijk binnen.

  • Zorg dat ramen en deuren dicht zijn, vooral waar de wind op staat. Zet luiken goed vast.

  • Haal tuinmeubelen of andere losse objecten naar binnen of zet ze goed vast.

  • Zet je auto op een veilige plek: uit de wind en uit de buurt van bomen en schuttingen.

En als ik buiten ben?

  • Schuil niet onder bomen of bij huizen.

  • Zoek beschutting in gebouwen en wacht tot de storm gaat liggen.

  • Vermijd met de auto zoveel mogelijk dammen en bruggen en luister naar de verkeersinformatie.

  • Blijf uit de buurt van open water.

  • Voer tijdens de storm geen (nood)reparaties aan je huis uit.